Meel voor de bewoners van de (belegerde) stad
Over de Binnenmolen weten we uit de archieven dat de molen is gebouwd in opdracht van de Heer van Weert en dat de molen al voorkomt op de staat van roerende en onroerende goederen van de Prince van Chimay die op 1 oktober 1795 door de Franse Republiek verbeurd zijn verklaard en op 28 april 1800 door de Franse Republiek werden verkocht.
Hoewel er geen exacte verwijzing naar de datum van de bouw van deze molen bekend is, staat vast dat de Binnenmolen (maar ook de Buitenmolen) honderden jaren ouder zijn. Beide molens staan immers ingetekend op een kaart van Weert van de hand van Jacob van Deventer uit ongeveer 1560.
De Binnenmolen was een graanmolen en moest, wanneer bij belegeringen van de stad de Buitenmolen onbereikbaar was, zorgen dat er ook in de belegerde stad meel was voor het bakken van brood voor de bewoners van de stad. De Binnenmolen stond op de stadswal.

Een sfeervolle foto van de Martinustoren, de Binnenmolen en de stadstuinen die vroeger tegen de wallen lagen.
De stadswallen rond Weert werden in 1817 geslecht en daarna stond de Binnenmolen vrij op een aarden verhoging voorzien van een speciale oprit en afrit ten behoeve van de molenkarren waarmee de agrariërs hun veldvruchten bij de molen brachten.
Uit de inventarislijst van de Openbare Verkoop van de molens van de Heer van Weert uit 1800 blijkt dat de Binnenmolen en Buitenmolen standerdmolens waren met eenzelfde constructie en opgetrokken uit eiken en grenen en met eikenhouten schaliën als bedekking en twee koppels maalstenen. De Heer van Weert had nog twee verdere standerdmolens in eigendom de molen op Rosveld en de standerdmolen op Hushoven.
In het begin van de 19e eeuw kwam de Binnenmolen in het bezit van Louis Beerenbroek een vermogend grondeigenaar uit Weert die ook de molen van Hushoven en de watermolen van Swartbroek in bezit had.
In 1857 verkocht Beerenbroek, inmiddels Burgemeester van Roermond, de ‘molen aan het Molenstraatje in Weert’ door aan ene Jozef of Pieter Jozef Aerts en in 1880 ging de molen over naar molenaar Andries Driessen. Deze molenaar had het regelmatig aan de stok met de gemeente Weert. Zo vroeg hij een aantal hoge bomen die de windvang van de molen ernstig belemmerden weg te halen. Uiteindelijk besloot de gemeente Weert, zo blijkt uit onderstaand artikel in Het Kanton Weert van 1909, de bomen te laten staan.
Driessen kreeg zijn zin niet en de bomen bleven staan. Uiteindelijk kwam de molen, die nog steeds in een prima staat verkeerde, in 1910 in het bezit van College Sint Jozef maar werd de molen nauwelijks meer gebruikt.In 1919 moesten de molen en de woningen bij de molen plaatsmaken voor de uitbreiding van de school. Op de plek van de molen werd een tuin aangelegd.

Binnenmolen met Lange Jan (toren Martinuskerk) en de gebouwen van het College Sint Jozef, in de volksmond het Bisschoppelijk College.
Niet alle herinneringen aan de Binnenmolen, de enige stadsmolen van Weert die daadwerkelijk binnen de stadswallen was gesitueerd zijn vervlogen. Op de Wilhelminasingel, op korte afstand van de plaats waar de Binnenmolen stond, is nog een van de molenstenen van deze molen te zien.

Een van de molenstenen uit de voormalige Binnenmolen. De steen ligt rond een Treures in het plantsoen van de Wilhelminasingel op korte afstand van de vroegere standplaats van de molen.